NJB 2021/2631:Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ingevolge art. 36e lid 2 Sr wanneer dit voordeel zou zijn verkregen door middel van of uit de baten van het bewezenverklaarde witwassen: onjuist is de opvatting dat contante stortingen wederrechtelijk verkregen voordeel vormen alleen al doordat zij voorwerp waren van het bewezenverklaarde witwassen.