Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/349
Medeplegen van poging tot oplichting, art. 326 Sr. Middelen m.b.t. 1. ontvankelijkheid OM in h.b. na verkeerd vermelden datum vonnis in appelakte, 2. niet-beslissen op diverse onderzoekswensen, 3. gebruik pv’s van stemherkenning voor bewijs, 4. gebruik getuigenverklaringen die geen onderdeel uitmaken van dossier in zaak verdachte voor bewijs, 5. medeplegen en 6. motivering strafoplegging. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/02131, 19/02132, 19/02135, 19/02163, 19/02238 en 20/00970.
HR 16-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:381
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 maart 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/02224
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:381, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:261, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2021
Essentie
Medeplegen van poging tot oplichting, art. 326 Sr. Middelen m.b.t. 1. ontvankelijkheid OM in h.b. na verkeerd vermelden datum vonnis in appelakte, 2. niet-beslissen op diverse onderzoekswensen, 3. gebruik pv’s van stemherkenning voor bewijs, 4. gebruik getuigenverklaringen die geen onderdeel uitmaken van dossier in zaak verdachte voor bewijs, 5. medeplegen en 6. motivering strafoplegging. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/02131, 19/02132, 19/02135, 19/02163, 19/02238 en 20/00970.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/02224
Datum 16 maart 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.