RvdW 2016/845
Jeugdzaak. Toereikend bewijs in vereniging geweld plegen cfm art. 141 Sr.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1320
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/02625
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1320, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:587, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2015
- Wetingang
Art. 47. Wetboek van Strafrecht
Essentie
Toereikend bewijs in vereniging geweld plegen. ’s Hofs oordeel dat verdachte nauw en bewust met zijn mededaders heeft samengewerkt en dat zijn bijdrage van voldoende gewicht is om ten aanzien van hem te kunnen spreken van het ‘in vereniging’ plegen van het bewezenverklaarde geweld, dat heeft bestaan uit het meermalen met kracht met geschoeide voet stampen en/of trappen op het hoofd en/of tegen het lichaam van de aangever, is niet onbegrijpelijk, in het bijzonder gelet op de getuigenverklaring dat verdachte een van de jongens was die op de buurman aan het intrappen waren.
Samenvatting
In zijn arresten van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.