NJB 2011/1903
HR, 04-10-2011, nr. 10/03074
HR 04-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2329
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Loth
- Zaaknummer
10/03074
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BR2329
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BR2329, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR2329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2011
- Wetingang
Sr art. 41
Essentie
Beroep op noodweer: het zo hard als mogelijk slaan op het hoofd van het ‘slachtoffer’ met een geringde hand (met verbrijzelingsfractuur en hersenkneuzing) nadat deze de verdachte met een asbak op het hoofd had geslagen (een snijwond van 3 cm op het voorhoofd) is volgens het hof ‘volstrekt onevenredig’ maar dat is naar het oordeel van de Hoge Raad niet zonder meer begrijpelijk. Hetzelfde is het geval als de verdachte twee schoten afvuurt op de ander (hersenletsel) nadat zijn pols door toedoen van V.E. (met vuurwapen van de verdachte) was doorboord
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.