EB 2018/49
Huwelijksvermogensrecht. Verdeling huwelijksgemeenschap na echtscheiding. Wijze van vaststellen belastinglatentie lijfrentepolissen.
HR 23-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:281
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 februari 2018
- Zaaknummer
17/01505
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Inkomstenbelasting (V)
Verzekeringsrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:281, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1254, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2017
- Wetingang
(art. 1:142 BW)
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Verdeling huwelijksgemeenschap na echtscheiding. Wijze van vaststellen belastinglatentie lijfrentepolissen.
Uitspraak
De man en de vrouw zijn van 1976 tot 2011 met elkaar gehuwd op huwelijkse voorwaarden. Partijen gaan ervan uit dat tussen hen moet worden afgerekend alsof tussen hen een algehele gemeenschap van goederen heeft bestaan. Voor de peildatum van de afkoopwaarde van de lijfrentepolissen is 1 maart 2009 tot uitgangspunt genomen. Aan de orde is de vraag hoe de belastinglatentie over de lijfrentepolissen moet worden vastgesteld.
Belastinglatentie
Oordeel hof
Het hof is, evenals de rechtbank, ten aanzien van de lijfrentepolissen uitgegaan van een belastinglatentie van 42%. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.