RCR 2017/33
Onbevoegde vertegenwoordiging. Dient voor de toerekening van schijn van volmachtverlening aan de pseudo-volmachtverlener steeds sprake te zijn van feiten en omstandigheden die de pseudo-volmachtverlener betreffen en die rechtvaardigen dat deze in zijn verhouding tot de wederpartij het risico van de onbevoegde vertegenwoordiging draagt?
HR 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:142
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/05174
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925899:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:142, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1120, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑11‑2015
- Wetingang
Essentie
Onbevoegde vertegenwoordiging. Toerekenbare schijn van volmachtverlening? Risicobeginsel.
Dient voor de toerekening van schijn van volmachtverlening aan de pseudo-volmachtverlener steeds sprake te zijn van feiten en omstandigheden die de pseudo-volmachtverlener betreffen en die rechtvaardigen dat deze in zijn verhouding tot de wederpartij het risico van de onbevoegde vertegenwoordiging draagt?
Samenvatting
Ten behoeve van de aanschaf van een vastgoedportefeuille bestaande uit 14 registergoederen is verzoeker een hypothecaire geldlening van ongeveer € 3.000.000 aangegaan. Verzoeker dient de lening uiterlijk op 14 juni 2013 terug te betalen. Verzoeker overweegt de vastgoedportefeuille te verkopen en vraagt mr. De Wit in zijn netwerk rond te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.