WR 2022/6
Bemiddelingskosten: prejudiciële vragen; verhuur via platform Airbnb is bemiddeling; art. 7:417 lid 4 BW geldt niet voor kortetermijnverhuur van vakantieaccommodaties; geen strijd met Richtlijn 93/13/EEG; geen oneerlijke handelspraktijk
HR 19-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1725
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 november 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/00168
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS630967:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1725, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:724, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑07‑2021
- Wetingang
Art. 7:425, 7:417 lid 4 en art. 6:193b lid 2 BW; art. 3 lid 1 en art. 4 lid 2 Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Bemiddelingskosten: prejudiciële vragen; verhuur via platform Airbnb is bemiddeling; art. 7:417 lid 4 BW geldt niet voor kortetermijnverhuur van vakantieaccommodaties; geen strijd met Richtlijn 93/13/EEG; geen oneerlijke handelspraktijk
Samenvatting
Beantwoording prejudiciële vragen over de kosten die een platform als Airbnb in rekening brengt bij het boeken van een accommodatie. Via het platform als dat van Airbnb worden overeenkomsten tot stand gebracht tussen gebruikers van het platform. De exploitant van het platform ontvangt een vergoeding bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen gebruikers. De gebruikers kunnen uitsluitend met elkaar in contact komen via het platform. Dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.