Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:69b [Verbod aanbieden recht van deelneming in een icbe]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
11-05-2022, Stb. 2022, 197 (uitgifte: 27-05-2022, kamerstukken: 35950)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2022, Stb. 2022, 280 (uitgifte: 06-07-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het is verboden in Nederland een recht van deelneming in een icbe aan te bieden:
- a.
zonder dat de beheerder van de icbe een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning voor het beheren van icbe's heeft; of
- b.
indien het een maatschappij voor collectieve belegging in effecten betreft die geen aparte beheerder van een icbe heeft, zonder dat de maatschappij een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning heeft.
2.
Onverminderd het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is het verboden in Nederland een recht van deelneming in een maatschappij voor collectieve belegging in effecten aan te bieden zonder dat de beheerder ten behoeve van die maatschappij een door de Autoriteit Financiële Markten daartoe verleende vergunning heeft.
3.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op het aanbieden van rechten van deelneming in een icbe met zetel in een andere lidstaat indien is voldaan aan artikel 93 van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten en de beheerder of icbe met zetel in een andere lidstaat een mededeling van de toezichthoudende instantie van de desbetreffende lidstaat heeft ontvangen als bedoeld in artikel 93, derde lid, van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten.
4.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op een beheerder met zetel in een andere lidstaat die voornemens is een icbe met zetel in Nederland te beheren indien aan artikel 2:72 is voldaan en de Autoriteit Financiële Markten met het voornemen heeft ingestemd.