RN 2020/13
Bestuurdersaansprakelijkheid. Was sprake van selectieve betaling in het zicht van een faillissement?
HR 17-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:73
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01948
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS187781:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:73, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:798, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑06‑2018
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid.
Was sprake van selectieve betaling in het zicht van een faillissement?
Samenvatting
A B.V. handelde internationaal in vlees en gevogelte. De onderneming hield zich bezig met de in- en verkoop van diepgevroren vleesproducten. Bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 6 januari 2015 is de A op verzoek van verweerster 1 in staat van faillissement verklaard. B exploiteerde van 4 maart 2014 tot 9 januari 2015 een uitzendbureau. Vervolgens exploiteerde zij onder de naam D B.V. een groothandel in vlees, vleeswaren, voedings- en genotsmiddelen. Van 4 maart 2014 tot 15 januari 2015 was verweerster 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.