Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/869 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2009, (EU) 2019/942 en (EU) 2019/943, en Richtlijnen 2009/73/EG en (EU) 2019/944, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 347/2013
Artikel 8 Organisatie van het vergunningverleningsproces
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2022
- Bronpublicatie:
30-05-2022, PbEU 2022, L 152 (uitgifte: 03-06-2022, regelingnummer: 2022/869)
- Inwerkingtreding
23-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2022, PbEU 2022, L 152 (uitgifte: 03-06-2022, regelingnummer: 2022/869)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Energierecht / Algemeen
Energierecht / Distributie
1.
Uiterlijk op 23 juni 2022 actualiseert elke lidstaat indien nodig de aanwijzing van één nationale bevoegde instantie die verantwoordelijk is voor het vergemakkelijken en coördineren van het vergunningverleningsproces voor projecten op de Unielijst.
2.
De verantwoordelijkheden van de in lid 1 bedoelde nationale bevoegde instantie of de haar toebedeelde taken kunnen per project op de Unielijst of per specifieke categorie van projecten op de Unielijst worden gedelegeerd aan of uitgevoerd door een andere instantie, op voorwaarde dat:
- a)
de nationale bevoegde instantie de Commissie van deze delegatie in kennis stelt en dat de in die kennisgeving opgenomen informatie door de nationale bevoegde instantie of door de projectontwikkelaar op de in artikel 9, lid 7, bedoelde website wordt gepubliceerd;
- b)
per project op de Unielijst slechts één instantie verantwoordelijk is, dat zij in het proces dat tot het raambesluit voor een bepaald project op de Unielijst leidt, het enige aanspreekpunt is voor de projectontwikkelaar en dat zij de indiening coördineert van alle relevante documenten en informatie.
3.
Onverminderd de relevante vereisten uit hoofde van het Unierecht, het internationale recht en, voor zover dit niet in tegenspraak is met de twee vorige, het nationale recht, vergemakkelijkt de nationale bevoegde instantie de vaststelling van het raambesluit. Het raambesluit wordt binnen de in artikel 10, leden 1 en 2, vastgestelde termijnen en overeenkomstig een van de volgende regelingen bekendgemaakt:
- a)
geïntegreerde regeling:
het raambesluit wordt door de nationale bevoegde instantie bekendgemaakt en is het enige juridisch bindende besluit dat voortvloeit uit de wettelijk voorgeschreven vergunningverleningsprocedure. Wanneer ook andere instanties bij het project betrokken zijn, kunnen zij in overeenstemming met het nationale recht hun advies uitbrengen als input voor de procedure, en met dit advies wordt rekening gehouden door de nationale bevoegde instantie;
- b)
gecoördineerde regeling:
het raambesluit omvat meerdere, door diverse betrokken instanties bekendgemaakte besluiten, die elk afzonderlijk juridisch bindend zijn, waarbij de nationale bevoegde instantie het geheel coördineert. De nationale bevoegde instantie kan een werkgroep instellen waarin alle betrokken instanties zijn vertegenwoordigd om overeenkomstig artikel 10, lid 6, punt b), een gedetailleerd schema voor het vergunningverleningsproces op te stellen en om de uitvoering daarvan te monitoren en te coördineren. Na overleg met de andere betrokken instanties, in voorkomend geval in overeenstemming met het nationale recht, en zonder afbreuk te doen aan de in artikel 10, leden 1 en 2, vastgestelde termijnen, stelt de nationale bevoegde instantie per geval een redelijke termijn vast waarbinnen de afzonderlijke besluiten moeten worden bekendgemaakt. De nationale bevoegde instantie kan een afzonderlijk besluit vaststellen namens een andere betrokken nationale instantie wanneer het besluit van die instantie niet binnen de gestelde termijn is genomen en de vertraging niet afdoende kan worden verantwoord, of — indien aldus bepaald uit hoofde van het nationale recht en voor zover verenigbaar met het Unierecht — de nationale bevoegde instantie kan zich op het standpunt stellen dat een andere betrokken nationale instantie het project heeft goedgekeurd dan wel afgewezen, wanneer het besluit van die instantie niet binnen de gestelde termijn is genomen. Indien aldus bepaald uit hoofde van het nationale recht kan de nationale bevoegde instantie een afzonderlijk besluit van een andere nationale betrokken instantie naast zich neerleggen wanneer zij oordeelt dat de door de betrokken nationale instantie gebruikte argumenten een onvoldoende grondslag vormen voor dit besluit; in dat geval zorgt de bevoegde instantie ervoor dat de relevante vereisten uit hoofde van het Unie- en internationale recht in acht worden genomen en motiveert zij haar besluit;
- c)
samenwerkingsregeling:
het raambesluit wordt gecoördineerd door de nationale bevoegde instantie. Na raadpleging van de andere betrokken instanties, in voorkomend geval in overeenstemming met het nationale recht, en zonder afbreuk te doen aan de in artikel 10, leden 1 en 2, vastgestelde termijnen, stelt de nationale bevoegde instantie per geval een redelijke termijn vast waarbinnen de afzonderlijke besluiten moeten worden bekendgemaakt. Zij ziet toe op de naleving van de termijnen door de betrokken instanties.
De lidstaten voeren de regelintgen uit op een wijze die, overeenkomstig het nationale recht, bijdraagt tot de meest efficiënte en tijdige bekendmaking van het raambesluit.
De bevoegdheid van de betrokken instanties kan worden vervat in de bevoegdheid van de overeenkomstig lid 1 aangewezen nationale bevoegde instantie, ofwel kunnen de betrokken instanties tot op zekere hoogte hun onafhankelijke bevoegdheid behouden overeenkomstig de respectieve vergunningverleningsregeling die de lidstaat overeenkomstig dit lid kiest om de bekendmaking van het raambesluit te vergemakkelijken, en werken dienovereenkomstig samen met de nationale bevoegde instantie.
Indien een betrokken instantie niet verwacht binnen de gestelde termijn een afzonderlijk besluit te nemen, stelt die instantie de nationale bevoegde instantie daarvan onmiddellijk in kennis, met opgave van de redenen voor de vertraging. Vervolgens stelt de nationale bevoegde instantie een nieuwe termijn vast waarbinnen dat afzonderlijke besluit moet worden genomen, met inachtneming van de in artikel 10, leden 1 en 2, vastgestelde algemene termijnen.
De lidstaten kiezen een van de drie regelingen bedoeld in de eerste alinea, punten a), b) en c), om hun procedures te vergemakkelijken en te coördineren, en voeren de regeling uit die voor hen de meest effectieve regeling is in het licht van nationale specifieke kenmerken op het gebied van planning en vergunningverleningsprocessen. Wanneer een lidstaat voor de samenwerkingsregeling kiest, stelt hij de Commissie in kennis van de redenen daarvoor.
4.
De lidstaten kunnen de in lid 3 vastgestelde regelingen toepassen op onshore- en offshoreprojecten op de Unielijst.
5.
Wanneer er voor een project op de Unielijst in twee of meer lidstaten besluiten moeten worden genomen, nemen de respectieve nationale bevoegde instanties alle nodige maatregelen voor een efficiënte en effectieve onderlinge samenwerking en communicatie, met inbegrip van de in artikel 10, lid 6, bedoelde maatregelen. De lidstaten spannen zich in om te komen tot gezamenlijke procedures, met name wat de beoordeling van de milieueffecten betreft.
6.
De betrokken nationale bevoegde instanties van de lidstaten die betrokken zijn bij een project op de Unielijst dat behoort tot een van de prioritaire corridors voor offshorenetwerken vermeld in bijlage I, deel 2, wijzen gezamenlijk een van hen aan als uniek contactpunt voor projectontwikkelaars per project, dat verantwoordelijk is voor het vergemakkelijken van de uitwisseling van informatie tussen de nationale bevoegde instanties over het vergunningverleningsproces voor het project, teneinde dat proces alsook de bekendmaking door de relevante nationale bevoegde instanties van besluiten te vergemakkelijken. De unieke contactpunten kunnen dienstdoen als bewaar- en verzamelplaats voor de bestaande documenten in verband met de projecten.