M en R 2011/169:Termijn waarbinnen moet worden onderzocht en geklaagd bij vermoeden van non-conformiteit. Aanvulling toetsingskader van HR 29 juni 2007, NJ 2008/606. Een koper mag in het algemeen afgaan op geruststellende verklaringen omtrent de aan- of afwezigheid van bepaalde eigenschappen. Als hij voor het verkrijgen van informatie afhankelijk is van de medewerking van derden, zal daarmee rekening moeten worden gehouden. Het gebrek aan (tijdige) medewerking van derden komt niet altijd en zonder meer voor zijn rekening. Hierbij is in belangrijke mate mede bepalend in hoeverre de belangen van de verkoper al dan niet zijn geschaad. Als die belangen niet zijn geschaad, zal er niet spoedig voldoende reden zijn de koper een gebrek aan voortvarendheid te verwijten. In dit verband kan de ernst van de tekortkoming meebrengen dat een nalatigheid van de koper hem niet kan worden tegengeworpen. De clausule ‘Het verkochte wordt aanvaard in de feitelijke staat, waarin het zich ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst bevond’ is geen exoneratiebeding.