Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, EURATOM) nr. 1141/2014 statuut en financiering Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
Artikel 4 Goed bestuur van Europese politieke partijen
Geldend
Geldend vanaf 24-11-2014
- Bronpublicatie:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1141/2014)
- Inwerkingtreding
24-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1141/2014)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De statuten van een Europese politieke partij zijn in overeenstemming met het geldende recht van de lidstaat waar haar zetel is gevestigd en bevatten bepalingen betreffende:
- a)
haar naam en logo, die duidelijk te onderscheiden zijn van die van elke bestaande Europese politieke partij of Europese politieke stichting;
- b)
het adres van haar zetel;
- c)
een politiek programma met haar doelstellingen;
- d)
een verklaring overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder e), dat zij geen winstoogmerk heeft;
- e)
indien van toepassing, de naam van de met de partij verbonden politieke stichting en een beschrijving van de formele band tussen beide;
- f)
haar administratieve en financiële organisatie en procedures, waarin met name de organen en bureaus worden vermeld die bevoegd zijn tot administratieve, financiële en juridische vertegenwoordiging, alsmede de regels inzake het opstellen, de goedkeuring en de controle van jaarrekeningen, en
- g)
de te volgen interne procedure bij haar vrijwillige ontbinding als Europese politieke partij.
2.
De statuten van een Europese politieke partij bevatten bepalingen inzake de interne organisatie van de partij, en hebben in ieder geval betrekking op:
- a)
de modaliteiten voor toelating, uittreding en uitsluiting van haar partijleden, met de lijst van bij haar aangesloten partijen in bijlage bij de statuten;
- b)
de rechten en plichten voor elk type lidmaatschap en de daarmee verband houdende stemrechten;
- c)
de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en samenstelling van haar bestuursorganen, met voor elk van deze organen de criteria voor de selectie van kandidaten en de procedures voor hun benoeming en ontslag;
- d)
haar interne-besluitvormingsproces, in het bijzonder de stemprocedures en quorum vereisten;
- e)
haar houding ten aanzien van transparantie, met name inzake de boekhouding, rekeningen en donaties, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van persoonsgegevens, en
- f)
de interne procedure voor het wijzigen van haar statuten.
3.
De lidstaat waar de zetel is gevestigd kan inzake de statuten aanvullende eisen stellen, mits die aanvullende eisen niet onverenigbaar zijn met deze verordening.