HR, 23-09-2011, nr. 10/04956
ECLI:NL:HR:2011:BR2046
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23-09-2011
- Zaaknummer
10/04956
- LJN
BR2046
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2011:BR2046, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑2011; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BR2046
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2010:BQ4463, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:PHR:2011:BR2046, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑06‑2011
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BR2046
- Vindplaatsen
JBO 2011/80 met annotatie van H.J. Bos
H.J. Bos annotatie in JBO 2011/80
Uitspraak 23‑09‑2011
Inhoudsindicatie
81 RO. Onrechtmatige daad; exploitatie tankstation; bodemverontreiniging; verjaring.
23 september 2011
Eerste Kamer
10/04956
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
PEHA ONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
ESSO NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Breda,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. G. Snijders, thans mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als PeHa en Esso.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 154499/HA ZA 05-2037 van de rechtbank Breda van 31 januari 2007 en 7 januari 2009;
b. het arrest in de zaak HD 200.032.350 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 15 juni 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft PeHa beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Esso heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Esso mede door mr. G.C. Nieuwland, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt PeHa in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Esso begroot op € 2.396,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 23 september 2011.
Conclusie 24‑06‑2011
Inhoudsindicatie
81 RO. Onrechtmatige daad; exploitatie tankstation; bodemverontreiniging; verjaring.
10/04956
mr J. Spier
Zitting 24 juni 2011 (bij vervroeging)
Conclusie inzake
Peha Ontwikkeling BV
tegen
Esso Nederland BV
1. Het cassatieberoep is tijdig ingesteld.
2. 's Hofs arrest berust op twee zelfstandige gronden. De eerste houdt in dat de vordering, zoals in appel aan de orde gesteld, is verjaard (rov. 4.2.3). Dat oordeel wordt in cassatie niet bestreden. Daarmee is het lot van het middel bezegeld; de s.t. van mrs Van Wijk en Nieuwland onder 1 wijst daar terecht op. In zijn repliek probeert Peha de angel uit dat betoog te trekken, maar aldus wordt hetgeen het Hof 4.2.1 overweegt uit het oog verloren. Zelfs als dat oordeel onjuist zou zijn, blijft overeind dat het in cassatie niet wordt bestreden.
3. Het middel behelst slechts klachten tegen hetgeen het Hof "daarnaast" en onmiskenbaar ten overvloede overweegt in rov. 4.3 e.v. Die klachten missen belang, wat daarvan en van 's Hofs oordeel ook zij.
Conclusie
Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
Advocaat-Generaal