NJ 2012/369
Betrekken beroep op zwijgrecht in bewijsvoering.
HR 05-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW7372
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juni 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/03444
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- LJN
BW7372
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW7372, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW7372, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2011
- Wetingang
Srart. 29 lid 1, 338; EVRM art. 6 lid 3
Essentie
Dat een verdachte zich beroept op zijn zwijgrecht mag onder omstandigheden worden betrokken in de bewijsoverwegingen (vgl. HR 3 juni 1997 LJN ZD0733, NJ 1997/584). De opvatting dat een omstandigheid als deze pas door de rechter in de bewijsvoering mag worden betrokken wanneer sprake is van een “formidable case” (dat “de zaak bewijsbaar moet zijn zonder rekening te houden met het stilzwijgen van de verdachte”) en dat de rechter moet vaststellen dat aan die voorwaarde is voldaan vindt geen steun in rechtspraak van het EHRM (vgl. EHRM 18 maart 2010, nr. 13201/05 (Krumpholz tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.