NJB 2015/1264
Fictieve informatie als geheim dat uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift moet worden bewaard, art. 272 Sr? In casu is dat het geval nu de (deels) gefingeerd/verzonnen informatie bestemd was om niet verder te worden bekendgemaakt
HR 16-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1662
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/00645
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1662, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:936, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2014
- Wetingang
(Sr art. 272)
Essentie
Fictieve informatie als geheim dat uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift moet worden bewaard, art. 272 Sr? In casu is dat het geval nu de (deels) gefingeerd/verzonnen informatie bestemd was om niet verder te worden bekendgemaakt
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘tezamen en in vereniging met [medeverdachte] een geheim, waarvan hij en zijn mededader [medeverdachte] wisten dat hij uit hoofde van zijn, verdachtes ambt, te weten als rechercheur van politie, verplicht was dat geheim te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers hebben hij en zijn mededader [medeverdachte] in voornoemde periode informatie betreffende een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.