TPWS 2017/77:Vervolg Vidgen-zaak. HR staat stil bij recht verdediging op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding daadwerkelijk te (doen) ondervragen a.b.i. art. 6.3.d EVRM, in het bijzonder ten aanzien van getuige die onvoldoende concrete herinneringen heeft aan wat hij met betrekking tot wat aan de verdachte is ten laste gelegd, heeft waargenomen of ondervonden (vgl. ECLI:NL:HR:2016:679) en getuige die zich van het geven van een getuigenis of van het beantwoorden van bepaalde vragen verschoont en dientengevolge weigert antwoord te geven op vragen (vgl. ECLI:NL:HR:2013:BX5539).