NJB 2013/2071
Ambtshalve toevoeging raadsman i.d.z.v. Sv art. 41 lid 1 aanhef en onder b: geen verplichting tot ambtshalve last door de voorzitter van het hof tot toevoeging van een raadsman wanneer niet de voorlopige hechtenis van de verdachte is bevolen. Afstand door verdachte van zijn recht op rechtsbijstand tijdens de zitting: de rechter zal dan erop moeten toezien dat door die keuze aan het recht op een eerlijk proces niet wordt tekortgedaan (vergelijk HR 20 november 2011, LJN BV0907, NJ 2012/29). Dat hof in casu geen aanleiding zag voor nader onderzoek of de verdachte bijstand van een raadsman behoefde, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk. A-G: anders.
HR 10-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:687
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 september 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/01464
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:687, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:588, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2012
- Wetingang
Essentie
Ambtshalve toevoeging raadsman i.d.z.v. Sv art. 41 lid 1 aanhef en onder b: geen verplichting tot ambtshalve last door de voorzitter van het hof tot toevoeging van een raadsman wanneer niet de voorlopige hechtenis van de verdachte is bevolen. Afstand door verdachte van zijn recht op rechtsbijstand tijdens de zitting: de rechter zal dan erop moeten toezien dat door die keuze aan het recht op een eerlijk proces niet wordt tekortgedaan (vergelijk HR 20 november 2011, LJN BV0907, NJ 2012/29). Dat hof in casu geen aanleiding zag voor nader onderzoek of de verdachte bijstand van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.