NJ 2015/320
Faillissement; voorwaarden; toetsing ‘ex nunc’; taak appelrechter; nuancering in appel maar niet in geval van verzet. Behoorlijke oproeping schuldenaar?; art. 1.1.4.3 Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken; vereiste van ingediend verzoekschrift.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juni 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/05223
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
F.M.J. Verstijlen
- Roepnaam
HSK/Bosma
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS124058:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1473, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:148, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2014
- Wetingang
Art. 1, 4-6, 8 Fw; art. 1.1.4.3 Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken
Essentie
Faillissement; voorwaarden; toetsing ‘ex nunc’; taak appelrechter; nuancering in appel maar niet in geval van verzet. Behoorlijke oproeping schuldenaar?; art. 1.1.4.3 Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken; vereiste van ingediend verzoekschrift.
De vraag of de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dient te worden beoordeeld aan de hand van gegevens die gelden ten tijde van de door de rechter te geven beslissing; derhalve vindt een toetsing ‘ex nunc’ plaats. Dit uitgangspunt geldt zowel voor de rechter die in eerste aanleg oordeelt over een aangifte of een verzoek tot faillietverklaring als voor de rechter ...