Einde inhoudsopgave
Regeling Pensioenwet BES
Artikel 18 Consistentie
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Samenvoeging van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen en de Beschikking toezichtkosten ondernemingspensioenfondsen. Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-09-2010, Stcrt. 2010, 14692 (uitgifte: 01-10-2010, regelingnummer: AV/PB/2010/18205)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, lid 2 van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Toezicht
1.
Voor de toepassing van artikel 7f, eerste lid, van de wet wordt verstaan onder:
- a.
financiering:
- 1°
bij pensioenfondsen: hetgeen op grond van artikel 28, onderdeel f, g en h, van het Besluit Pensioenwet BES is opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota, bedoeld in artikel 16e van de wet;
- 2°
bij een door een verzekeraar uitgevoerde pensioenregeling: hetgeen in de uitvoeringsovereenkomst over de financiering is geregeld;
- b.
het realiseren van voorwaardelijke toeslagen: de toeslagverlening over de afgelopen drie jaar.
2.
Consistentie als bedoeld in artikel 7f, eerste lid, van de wet, bestaat voor een pensioenfonds indien:
- a.
op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van het vereist eigen vermogen over een periode van 15 jaar een toeslagverlening wordt verwacht, die in voldoende mate aansluit bij de gewekte verwachtingen; en
- b.
op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van de technische voorzieningen wordt verwacht dat het in de financiering besloten herstelvermogen van het pensioenfonds voldoende is om de dekkingsgraad binnen een periode van 15 jaar van de technische voorzieningen op het vereist eigen vermogen te brengen.
3.
Indien uitgaande van het vereist eigen vermogen van het pensioenfonds niet aan de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde voorwaarde wordt voldaan, bestaat consistentie als bedoeld in artikel 7f, eerste lid, van de wet indien:
- a.
op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van een hogere dekkingsgraad dan het vereist eigen vermogen, over een periode van 15 jaar een toeslagverlening wordt verwacht die in voldoende mate aansluit bij de gewekte verwachtingen; en
- b.
op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van de technische voorzieningen wordt verwacht dat het in de financiering besloten herstelvermogen van het fonds voldoende is om de dekkingsgraad binnen een periode van 15 jaar van het de technische voorzieningen op de, in onderdeel a genoemde, hogere dekkingsgraad te brengen.
4.
De Bank kan op verzoek van een pensioenfonds toestaan dat onderdeel b van het tweede of derde lid niet wordt toegepast, dan wel dat voor de continuïteitsanalyse, bedoeld in die onderdelen, mag worden uitgegaan van een hogere dekkingsgraad dan de technische voorzieningen.
5.
Consistentie als bedoeld in artikel 7f, eerste lid, van de wet, bestaat voor een door een verzekeraar uitgevoerde pensioenregeling indien op basis van een berekening met het rekeninstrument voor verzekeraars over een periode van 15 jaar een toeslagverlening wordt verwacht die in voldoende mate aansluit bij de gewekte verwachtingen.