RFR 2016/97
Partneralimentatie. Hoe moet het kindgebonden budget waarop een ouder recht heeft, worden bepaald?
Hof Amsterdam 08-09-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3696
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
8 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.R. Sturhoofd, R.G. Kemmers, M. Meerman-Padt
- Zaaknummer
200.154.369/01
200.160.718/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923987:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2016:1149, Uitspraak, Hof Amsterdam, 29‑03‑2016
ECLI:NL:GHAMS:2015:3696, Uitspraak, Hof Amsterdam, 08‑09‑2015
ECLI:NL:GHAMS:2015:2291, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑06‑2015
- Wetingang
Art. 1:392, 1:404 BW; art. 2, 4 Wet op het kindgebonden budget
Essentie
Partneralimentatie.
Hoe moet het kindgebonden budget worden bepaald als er, naast kinderalimentatie, ook partneralimentatie wordt vastgesteld?
Samenvatting
De vrouw heeft aanspraak gemaakt op een kinderbijdrage en partneralimentatie, waarbij voor het berekenen van de kinderbijdrage van belang is op welk bedrag aan kindgebonden budget de vrouw aanspraak kan maken. Zij is in hoger beroep gekomen van een gedeelte van de beschikking van de rechtbank, waarin onder andere de hoogte van de partner- en kinderalimentatie werd bepaald. De man heeft hiertegen incidenteel hoger beroep ingesteld. In een tussenbeschikking heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, met uitzondering van de door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.