Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/890
Ontucht met stiefdochter (in periode van haar twaalfde tot haar zestiende jaar), art. 245 jo. 248 lid 2 Sr. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vinden verklaringen van aangeefster voldoende steun in ander bewijsmateriaal? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2010/515. Hof heeft gemotiveerd uiteengezet dat de verklaringen van aangeefster voldoende steun vinden in de verklaring van moeder van aangeefster. Die verklaring — die voor wat betreft de handtastelijkheid van verdachte naar jonge meisjes mede een feitelijke basis heeft in haar waarneming van dergelijk gedrag — staat niet in een te ver verwijderd verband met de verklaring van aangeefster, zodat art. 342 lid 2 Sv niet is geschonden. Volgt verwerping. CAG: anders.
HR 05-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1152
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 september 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
21/03310
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1152, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:569, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2023
Essentie
Ontucht met stiefdochter (in periode van haar twaalfde tot haar zestiende jaar), art. 245 jo. 248 lid 2 Sr. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vinden verklaringen van aangeefster voldoende steun in ander bewijsmateriaal? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2010/515. Hof heeft gemotiveerd uiteengezet dat de verklaringen van aangeefster voldoende steun vinden in de verklaring van moeder van aangeefster. Die verklaring — die voor wat betreft de handtastelijkheid van verdachte naar jonge meisjes mede een feitelijke basis heeft in haar waarneming van dergelijk gedrag — staat niet in een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.