JAR 2010/274
Sociaal plan en vermoeden van gebondenheid
HR 08-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6190
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 oktober 2010
- Magistraten
mr. Fleers, mr. Numann, mr. van Schendel
- Zaaknummer
09/00924
- LJN
BN6190
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN6190, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN6190, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2010
- Wetingang
BW art. 7:681
Essentie
Werknemer wordt ontslagen en krijgt een sociaal-plan-vergoeding mee. De kantonrechter verklaart het ontslag op verzoek van werknemer kennelijk onredelijk en kent hem een hogere vergoeding toe. In hoger beroep stelt het hof vast dat er geen sprake is van onredelijkheid en draait de vergoeding terug. Werknemer gaat in cassatie, onder meer met de stelling dat hij niet gebonden is aan het sociaal plan omdat de bonden hem niet vertegenwoordigen.
Hoge Raad: Het cassatieberoep wordt verworpen met verwijzing naar art. 81 RO Conclusie AG: Er is geen verplichting voor de rechter om ambtshalve te bezien of de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.