NJ 2012/230
Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht in hoger beroep; doorbreking rechtsmiddelenverbod van art. 282a Rv; hardheidsclausule; gelegenheid tot uitlating over verzuim.
HR 10-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU7255
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/02656
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BU7255
- JCDI
JCDI:ADS127474:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU7255, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU7255, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑06‑2011
- Wetingang
Essentie
Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht in hoger beroep; doorbreking rechtsmiddelenverbod van art. 282a Rv; hardheidsclausule; gelegenheid tot uitlating over verzuim.
Hoewel art. 282a lid 5 Rv hogere voorziening tegen een beslissing ingevolge het tweede, derde of vierde lid uitsluit, is het cassatieberoep ontvankelijk, nu naar vaste rechtspraak een rechtsmiddelenverbod wordt doorbroken indien geklaagd wordt dat de rechter de desbetreffende regel ten onrechte niet heeft toegepast, buiten het toepassingsgebied van de desbetreffende regel is getreden of bij het nemen van zijn beslissing zodanig essentiële vormen niet in acht heeft genomen dat niet meer kan worden gesproken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.