JWB 2014/333
Familierecht; prejudiciële vraag, ondertoezichtstelling, belanghebbende
HR 12-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2665 (W./SBJ Noord-Brabant)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 september 2014
- Zaaknummer
14/01665
- Roepnaam
W./SBJ Noord-Brabant
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2665, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2014
- Wetingang
Essentie
Familierecht; prejudiciële vraag, ondertoezichtstelling, belanghebbende
Samenvatting
Casus
Uit de ouders is in 2010 een zoon geboren. De moeder is belast met eenhoofdig gezag. De vader heeft de zoon erkend. De relatie tussen de ouders is beëindigd. De zoon is onder toezicht gesteld van Bureau Jeugdzorg. Het Hof heeft naar aanleiding van de beoordeling van de ontvankelijkheid van de vader in zijn hoger beroep aan de Hoge Raad een prejudiciële vraag gesteld.
Rechtsvraag
Dient in een procedure tot (verlenging van de) ondertoezichtstelling de ouder zonder gezag, indien het verzoek tot (de verlenging van de) ondertoezichtstelling niet van hem/haar afkomstig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.