NJ 1926, p. 723
Wetstoepassing. Schenking onder voorbehoud van een jaarlijksche uitkeering ten behoeve van den schenker tot drie dagen vóór zijn dood. Is art. 11 Successiewet („tot zijn dood") van toepassing ?
HR 26-05-1926, ECLI:NL:HR:1926:78, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 1926
- Magistraten
Mrs. Segers, Kosters, Taverne, Schepel en van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[26051926/NJ_1926,_p._723]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS122163:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:78, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑1926
- Wetingang
(Wet AB art. 11; SW 1859 art. 11.)
Essentie
Wetstoepassing. Schenking onder voorbehoud van een jaarlijksche uitkeering ten behoeve van den schenker tot drie dagen vóór zijn dood. Is art. 11 Successiewet („tot zijn dood") van toepassing ?
Samenvatting
De grond, waarop het Hof genoemd art. van toepassing acht, nl. dat de overleden schenker gedurende zijn leven recht op de uitkeering behield, is niet juist.
Toch eischt het art. hier toepassing. Immers, hier is een periodieke uitkeering tot stand gekomen, die praktisch op een lijn is te stellen met eene die tot aan het overlijden voortduurt; de door partijen geschapen rechtstoestand komt dan ook zóózeer den ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.