NJB 2019/492
Het bestuursorgaan hoeft bij een besluit omtrent invordering van een verbeurde dwangsom in beginsel geen rekening te houden met de financiële draagkracht van de overtreder. Voor een uitzondering op dit beginsel bestaat slechts aanleiding, indien evident is dat de overtreder gezien zijn financiële draagkracht niet in staat zal zijn de verbeurde dwangsommen (volledig) te betalen. Op de overtreder rust de last aannemelijk te maken dat dit het geval is
ABRvS 06-02-2019, ECLI:NL:RVS:2019:333
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 februari 2019
- Magistraten
Mrs. Kramer, Van Heijningen en Minderhoud
- Zaaknummer
201709990/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:333, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑02‑2019
- Wetingang
(art. 5:37 Awb)
Essentie
Het bestuursorgaan hoeft bij een besluit omtrent invordering van een verbeurde dwangsom in beginsel geen rekening te houden met de financiële draagkracht van de overtreder. Voor een uitzondering op dit beginsel bestaat slechts aanleiding, indien evident is dat de overtreder gezien zijn financiële draagkracht niet in staat zal zijn de verbeurde dwangsommen (volledig) te betalen. Op de overtreder rust de last aannemelijk te maken dat dit het geval is
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: [appellante A], [appellant B] en [appellante C], wonend, dan wel gevestigd te Lierop, gemeente Someren, tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.