JAR 2012/189
Opzegging arbeidsverhouding zonder voorafgaande toestemming UWV; beroep werkgever op vervaltermijn art. 9 lid 3 BBA in strijd met redelijkheid en billijkheid?; dwingend recht; terughoudende toetsing; motiveringseisen. Eisvermindering besloten in verklaring procespartij ter comparitie?
HR 22-06-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BW5695
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
11/00584
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
BW5695
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BW5695, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BW5695, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Verweerder in cassatie, de werknemer, was werkzaam bij eiseres tot cassatie, ABN AMRO. Op enig moment hebben zich bij de werknemer symptomen van schizofrenie geopenbaard, waarover meermalen contact is geweest met ABN AMRO. Na een vakantie heeft de werknemer, bij monde van zijn zus, bericht niet naar werk te zullen komen. ABN AMRO heeft op dat moment, 1 maart 2004, de salarisbetaling stopgezet. Nadat de werknemer geen gevolg had gegeven aan een daarop gegeven oproep te verschijnen, is hij op 4 maart 2004 op staande voet ontslagen. In 2005 is de werknemer enige maanden opgenomen geweest in een psychiatrisch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.