NJB 2017/1929
Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt omtrent de onvoldoende betrouwbare herkenning van de verdachte door politieambtenaren van een ‘still’ van degene die met de gestolen pinpas geld van de rekening van de bestolene heeft opgenomen. Bewijsmotiveringsgebrek in de zin va art. 359 lid 2 Sv
HR 26-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2490
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/02560
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2490, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:963, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2017
- Wetingang
(art. 359 Sv)
Essentie
Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt omtrent de onvoldoende betrouwbare herkenning van de verdachte door politieambtenaren van een ‘still’ van degene die met de gestolen pinpas geld van de rekening van de bestolene heeft opgenomen. Bewijsmotiveringsgebrek in de zin va art. 359 lid 2 Sv
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Het hof heeft verdachte veroordeeld onder meer op basis van de aangifte van inbraak (bewijsmiddel 1) en van drie herkenningen door politieambtenaren van een foto van degene die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.