NJ 2009, 572
EER Overeenkomst, artikel 53, lid 1. Groep van ondernemingen. Toerekenbaarheid van inbreuken . Aansprakelijkheid van moedermaatschappij voor inbreuken op mededingingsregels door dochterondernemingen. Beslissende invloed van moedermaatschappij. Weerlegbaar vermoeden bij deelneming van 100 %.
HvJ EG 10-09-2009, ECLI:EU:C:2009:536
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
10 september 2009
- Magistraten
A. Rosas, J.N. Cunha Rodrigues, J. Klučka, P. Lindh, A. Arabadjiev
- Zaaknummer
C-97/08 P
- LJN
BJ8046
- JCDI
JCDI:ADS161060:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Mededingingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2009:536, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 10‑09‑2009
- Wetingang
EG-verdragart. 81 lid 1; verordening (EG) nr. 1/2003art. 23 lid 2
Essentie
Verzoek om een hogere voorziening, ingediend op 27 februari 2008.
EER-Overeenkomst, artikel 53, lid 1. Groep van ondernemingen. Toerekenbaarheid van inbreuken. Aansprakelijkheid van moedermaatschappij voor inbreuken op mededingingsregels door dochterondernemingen. Beslissende invloed van moedermaatschappij. Weerlegbaar vermoeden bij deelneming van 100 %.
Samenvatting
Het communautaire mededingingsrecht berust op het beginsel van persoonlijke aansprakelijkheid van de economische eenheid die de inbreuk heeft gepleegd. Als de moedermaatschappij deel uitmaakt van die economische eenheid, die, zoals in punt 55 van dit arrest is overwogen, uit verschillende rechtspersonen kan bestaan, wordt zij samen met de andere rechtspersonen die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.