V-N 2019/42.20.12
Niet-voldoen aan hoorplicht leidt volgens A-G niet tot cassatie
HR (A-G) 04-06-2019, ECLI:NL:PHR:2019:598
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
4 juni 2019
- Zaaknummer
18/01694
18/01696
18/03982
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1044, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:872, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:873, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Essentie
Niet-voldoen aan hoorplicht leidt volgens A-G niet tot cassatie
Conclusie
Nr. Hoge Raad: 18/01694 | [X] B.V. |
Nr. Rechtbank: HAA 12/312 tot en met 12/315 Nr. Gerechtshof: 16/00153 t/m 16/00156 | |
Derde Kamer A | tegen |
Douanerechten 1 januari 2003 – 31 december 2004 | Staatssecretaris van Financiën |
1. Inleiding
1.1
In 2003 en 2004 zijn aangiften gedaan voor het brengen in het vrije verkeer van textielproducten van hoofdstuk 61 van de Gecombineerde Nomenclatuur. Deze aangiften zijn gedaan in opdracht van belanghebbende en door (een rechtsvoorganger van) [A] B.V., de belanghebbende in de zaak met nr. 18/01696. In die zaak breng ik ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.