Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 154 Zekerheidsreferentienummer en toegangscode
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 89, lid 2, van het wetboek)
1.
Wanneer een zekerheid per aangifte in meer dan één lidstaat kan worden gebruikt, verstrekt het douanekantoor van zekerheidstelling aan de persoon die de zekerheid heeft gesteld of, in het geval van een zekerheid met bewijs van zekerheidstelling, aan de borg de volgende gegevens:
- a)
een zekerheidsreferentienummer;
- b)
een toegangscode die betrekking heeft op het zekerheidsreferentienummer.
2.
Wanneer een doorlopende zekerheid in meer dan één lidstaat kan worden gebruikt, verstrekt het douanekantoor van zekerheidstelling aan de persoon die de zekerheid heeft gesteld de volgende gegevens:
- a)
een zekerheidsreferentienummer voor elk deel van het te controleren referentiebedrag overeenkomstig artikel 157 van deze verordening;
- b)
een toegangscode die betrekking heeft op het zekerheidsreferentienummer.
Op verzoek van de persoon die de zekerheid heeft gesteld, wijst het douanekantoor van zekerheidstelling aan deze zekerheid één of meer aanvullende toegangscodes toe die door deze persoon of zijn vertegenwoordigers kunnen worden gebruikt.
3.
Elke keer dat een persoon een zekerheidsreferentienummer doorgeeft aan een douaneautoriteit, controleert deze douaneautoriteit het bestaan en de geldigheid van de zekerheid.