Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1149 tot oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004, (EU) nr. 492/2011 en (EU) 2016/589, en tot intrekking van Besluit (EU) 2016/344
Artikel 25 Vaststelling van de begroting
Geldend
Geldend vanaf 31-07-2019
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 186 (uitgifte: 11-07-2019, regelingnummer: 2019/1149)
- Inwerkingtreding
31-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 186 (uitgifte: 11-07-2019, regelingnummer: 2019/1149)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
EU-recht / Instituties
1.
De uitvoerend directeur stelt jaarlijks een voorlopige ontwerpraming op van de inkomsten en uitgaven van de Autoriteit voor het volgende begrotingsjaar, met inbegrip van de personeelsformatie, en stuurt die naar de raad van bestuur.
2.
De voorlopige ontwerpraming stoelt op de doelstellingen en verwachte resultaten van het jaarlijkse programmeringsdocument zoals bedoeld in artikel 24, lid 3, en houdt rekening met de financiële middelen die nodig zijn voor het verwezenlijken van die doelstellingen en verwachte resultaten, in overeenstemming met het beginsel van resultaatgericht begroten.
3.
De raad van bestuur stelt op basis van de voorlopige ontwerpraming een ontwerpraming vast van de inkomsten van de Autoriteit voor het volgende begrotingsjaar en zendt deze jaarlijks uiterlijk op 31 januari toe aan de Commissie.
4.
De Commissie stuurt de ontwerpraming samen met het ontwerp van de algemene begroting van de Unie naar de begrotingsautoriteit. De ontwerpraming wordt tevens beschikbaar gesteld aan de Autoriteit.
5.
Op basis van de ontwerpraming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij voor de personeelsformatie nodig acht en het bedrag van de bijdrage ten laste van de algemene begroting op in het ontwerp van de algemene begroting van de Unie, dat zij overeenkomstig de artikelen 313 en 314 VWEU aan de begrotingsautoriteit voorlegt.
6.
De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan de Autoriteit goed.
7.
De begrotingsautoriteit stelt de personeelsformatie van de Autoriteit vast.
8.
De raad van bestuur stelt de begroting van de Autoriteit vast. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie en zo nodig wordt zij dienovereenkomstig aangepast.
9.
Voor bouwprojecten met mogelijk aanzienlijke gevolgen voor de begroting van de Autoriteit geldt Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013.