Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 279 Formaliteiten bij het douanekantoor van bestemming of uitgang voor goederen die worden vervoerd in het kader van een TIR-operatie
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via rectificaties (PbEU 2017, L 101 en PbEU 2018, L 157).
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 226, lid 3, onder b), en artikel 227, lid 2, onder b), van het wetboek)
1.
Het douanekantoor van bestemming of uitgang stelt het douanekantoor van vertrek of binnenkomst in kennis van de aankomst van de goederen op de dag waarop de goederen, samen met het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container, het TIR-carnet en het MRN van de TIR-operatie in overeenstemming met artikel 278, lid 1, van deze verordening worden aangebracht.
2.
Wanneer de TIR-operatie bij een ander douanekantoor is beëindigd dan het in de aangifte voor douanevervoer opgegeven kantoor, deelt het douanekantoor dat wordt beschouwd als het douanekantoor van bestemming of uitgang overeenkomstig artikel 278, lid 3, van deze verordening de aankomst mee aan het douanekantoor van vertrek of binnenkomst op de dag waarop de goederen worden aangebracht overeenkomstig artikel 278, lid 1, van deze verordening.
Het douanekantoor van vertrek of binnenkomst deelt de aankomst mee aan het in de aangifte voor douanevervoer opgegeven douanekantoor van bestemming of uitgang.
3.
Het douanekantoor van bestemming of uitgang deelt de controleresultaten mee aan het douanekantoor van vertrek of binnenkomst uiterlijk op de derde dag volgende op de dag waarop de goederen bij het douanekantoor van bestemming of uitgang of op een andere plaats in overeenstemming met artikel 278, lid 1, zijn aangebracht. In uitzonderlijke gevallen kan deze termijn tot zes dagen worden verlengd.
Wanneer de goederen echter worden ontvangen door de in artikel 230 van het wetboek bedoelde toegelaten geadresseerde, wordt het douanekantoor van vertrek of binnenkomst uiterlijk op de zesde dag volgende op de dag waarop de goederen bij de toegelaten geadresseerde zijn afgeleverd, in kennis gesteld.
4.
Het douanekantoor van bestemming of uitgang beëindigt de TIR-operatie in overeenstemming met artikel 1, onder d), en artikel 28, lid 1, van de TIR-overeenkomst. Het kantoor vult stam nr. 2 van het TIR-carnet in en behoudt strook nr. 2 van het TIR-carnet. Het TIR-carnet wordt teruggegeven aan de houder van het TIR-carnet of de persoon die voor zijn rekening optreedt.
5.
Wanneer artikel 274 van toepassing is, zenden de douaneautoriteiten van de lidstaat van bestemming of uitgang het desbetreffende deel van strook nr. 2 van het TIR-carnet onmiddellijk terug aan het douanekantoor van vertrek of binnenkomst en wel uiterlijk binnen acht dagen gerekend vanaf de dag waarop de TIR-operatie werd beëindigd.