NJ 2009, 540
Auteursrecht. Verval auteursrecht op grond van art. 21 lid 3 Benelux-Tekeningen en Modellenwet (oud)? Formaliteitenverbod art. 5 lid 2 Berner Conventie toepasselijk? Art. 93 en 94 Grondwet.
HR 30-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ0655
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/00431
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BJ0655
- JCDI
JCDI:ADS161034:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ0655, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ0655, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑11‑2007
- Wetingang
Berner Conventie, art. 5 lid 2; BTMW (oud), art. 21 lid 3; Gw, art. 93, 94
Essentie
Auteursrecht. Verval auteursrecht op grond van art. 21 lid 3 Benelux-Tekeningen en Modellenwet (oud)? Formaliteitenverbod art. 5 lid 2 Berner Conventie toepasselijk? Art. 93 en 94 Grondwet.
Terecht en op goede gronden heeft het hof de opvatting dat het bepaalde in art. 21 lid 3 BTMW (oud) bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de inschrijving toepassing zou missen in het geval dat het model weliswaar niet aan de nieuwheidseis voldeed doch geen nietigverklaring op die grond was gevorderd en in rechte was uitgesproken, onverenigbaar geoordeeld met de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.