Einde inhoudsopgave
Multilateraal Verdrag ter implementatie van aan belastingverdragen gerelateerde maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving
Artikel 35 Toepassing
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via rectificaties (Trb. 2019, 63 en Trb. 2020, 70).
- Bronpublicatie:
24-11-2016, Trb. 2017, 194 (uitgifte: 13-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2018, Internet 2018, www.verdragenbank.overheid.nl (uitgifte: 23-03-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / BEPS
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
De bepalingen van dit Verdrag worden in elk verdragsluitend rechtsgebied van toepassing met betrekking tot een gedekt belastingverdrag:
- a.
met betrekking tot belastingen geheven aan de bron, op bedragen die zijn betaald of toegekend aan niet-inwoners wanneer het feit dat aanleiding geeft tot die belastingen zich voordoet op of na de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar dat aanvangt op of na de laatste van de data waarop dit Verdrag voor elk van de verdragsluitende rechtsgebieden bij het gedekte belastingverdrag in werking treedt; en
- b.
met betrekking tot alle andere belastingen die door dat verdragsluitende rechtsgebied worden geheven, op belastingen die worden geheven ter zake van belastingtijdvakken die aanvangen op of na het verstrijken van een termijn van zes kalendermaanden (of een kortere termijn wanneer al de verdragsluitende rechtsgebieden de depositaris ervan in kennis stellen dat ze voornemens zijn om die kortere termijn toe te passen) te rekenen vanaf de laatste van de data waarop dit Verdrag voor elk van de verdragsluitende rechtsgebieden bij het gedekte belastingverdrag in werking treedt.
2.
Uitsluitend voor de eigen toepassing van het eerste lid, onderdeel a, en het vijfde lid, onderdeel a, mag een Partij ervoor kiezen om „kalenderjaar” te vervangen door „belastingtijdvak” en stelt de depositaris daarvan in kennis.
3.
Uitsluitend voor de eigen toepassing van het eerste lid, onderdeel b, en het vijfde lid, onderdeel b, mag een Partij ervoor kiezen om de verwijzing naar ‘belastingtijdvakken die aanvangen op of na het verstrijken van een termijn’ te vervangen door een verwijzing naar ‘belastingtijdvakken die aanvangen op of na 1 januari van het eerstvolgende jaar dat aanvangt op of na het verstrijken van een termijn’ en stelt de depositaris daarvan in kennis.
4.
Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel is artikel 16 (Procedure voor onderling overleg) van toepassing op een gedekt belastingverdrag voor een zaak die aan de bevoegde autoriteit van een verdragsluitend rechtsgebied wordt voorgelegd op of na de laatste van de data waarop dit Verdrag voor elk van de verdragsluitende rechtsgebieden bij het gedekte belastingverdrag in werking treedt, behalve voor gevallen die op grond van het gedekte belastingverdrag, voordat het door dit Verdrag gewijzigd werd, vanaf die datum niet konden worden voorgelegd, en dit ongeacht de belastingtijdvakken waarop de zaak betrekking heeft.
5.
Voor een nieuw gedekt belastingverdrag dat het resultaat is van een in artikel 29 (Kennisgevingen), vijfde lid, bedoelde aanvulling van de lijst met verdragen waarvoor een in artikel 2 (Interpretatie van uitdrukkingen), eerste lid, onderdeel a, onder ii, bedoelde kennisgeving gedaan werd, worden de bepalingen van dit Verdrag van toepassing in elk verdragsluitend rechtsgebied:
- a.
met betrekking tot belastingen geheven aan de bron, op bedragen die zijn betaald of toegekend aan niet-inwoners, wanneer het feit dat aanleiding geeft tot die belastingen zich voordoet op of na de eerste dag van het kalenderjaar dat volgt op een periode van 30 dagen volgend op de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de aanvulling van de lijst met verdragen meedeelt; en
- b.
met betrekking tot alle andere belastingen die door dat verdragsluitende rechtsgebied worden geheven, op belastingen die worden geheven ter zake van belastingtijdvakken die aanvangen op of na het verstrijken van een termijn van negen kalendermaanden (of een kortere termijn wanneer al de verdragsluitende rechtsgebieden de depositaris kennis geven van het feit dat ze voornemens zijn om die kortere termijn toe te passen), te rekenen vanaf de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de uitbreiding van de lijst met verdragen meedeelt.
6.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden het vierde lid niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen.
7
- a.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- i.
de onder het eerste en vierde lid opgenomen verwijzingen naar ‘de laatste van de data waarop dit Verdrag voor elk van de verdragsluitende rechtsgebieden bij het gedekte belastingverdrag in werking treedt’; en
- ii.
de onder het vijfde lid opgenomen verwijzingen naar ‘de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de aanvulling van de lijst met verdragen meedeelt’; te vervangen door verwijzingen naar ‘30 dagen na de datum waarop de depositaris de laatste van de kennisgevingen heeft ontvangen, waarmee elk verdragsluitend rechtsgebied dat het in artikel 35 (Toepassing), zevende lid, omschreven voorbehoud heeft gemaakt hem ter kennis brengt dat het zijn interne procedures voor het van toepassing worden van de bepalingen van dit Verdrag op dat specifieke gedekte belastingverdrag voltooid heeft’;
- iii.
de onder artikel 28 (Voorbehouden), negende lid, onderdeel a, opgenomen verwijzingen naar ‘op de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de intrekking of de vervanging van het voorbehoud meedeelt’; en
- iv.
de onder artikel 28 (Voorbehouden), negende lid, onderdeel b, opgenomen verwijzing naar ‘op de laatste van de data waarop het Verdrag voor die verdragsluitende rechtsgebieden in werking treedt’; te vervangen door verwijzingen naar ‘30 dagen na de datum waarop de depositaris de laatste van de kennisgevingen heeft ontvangen, waarmee elk verdragsluitend rechtsgebied dat het in artikel 35 (Toepassing), zevende lid, omschreven voorbehoud heeft gemaakt hem ter kennis brengt dat het zijn interne procedures voor het van toepassing worden van de intrekking of de vervanging van het voorbehoud op dat specifieke gedekte belastingverdrag voltooid heeft’;
- v.
de onder artikel 29 (Kennisgevingen), zesde lid, onderdeel a, opgenomen verwijzingen naar ‘op de datum waarop de depositaris de aanvullende kennisgeving meedeelt’; en
- vi.
de onder artikel 29 (Kennisgevingen), zesde lid, onderdeel b, opgenomen verwijzing naar ‘op de laatste van de data waarop het Verdrag voor die verdragsluitende rechtsgebieden in werking treedt’; te vervangen door verwijzingen naar ‘30 dagen na de datum waarop de depositaris de laatste van de kennisgevingen heeft ontvangen, waarmee elk verdragsluitend rechtsgebied dat het in artikel 35 (Toepassing), zevende lid, omschreven voorbehoud heeft gemaakt hem ter kennis brengt dat het zijn interne procedures voor het van toepassing worden van de aanvullende kennisgeving op dat specifieke gedekte belastingverdrag voltooid heeft’;
- vii.
de onder artikel 36 (Toepassing van Deel VI), eersteen tweede lid, opgenomen verwijzingen naar ‘de laatste van de data waarop dit Verdrag voor elk van de verdragsluitende rechtsgebieden bij het gedekte belastingverdrag in werking treedt’; te vervangen door verwijzingen naar ‘30 dagen na de datum waarop de depositaris de laatste van de kennisgevingen heeft ontvangen, waarmee elk verdragsluitend rechtsgebied dat het in artikel 35 (Toepassing), zevende lid, omschreven voorbehoud heeft gemaakt hem ter kennis brengt dat het zijn interne procedures voor het van toepassing worden van de bepalingen van dit Verdrag op dat specifieke gedekte belastingverdrag voltooid heeft’; en
- viii.
de onder artikel 36 (Toepassing van Deel VI), derde lid, opgenomen verwijzing naar ‘de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de aanvulling van de lijst met verdragen meedeelt’;
- ix.
de onder artikel 36 (Toepassing van Deel VI), vierde lid, opgenomen verwijzingen naar ‘de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de intrekking van het voorbehoud meedeelt’, ‘de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de vervanging van het voorbehoud meedeelt’ en ‘de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de intrekking van het bezwaar tegen het voorbehoud meedeelt’; en
- x.
de onder artikel 36 (Toepassing van Deel VI), vijfde lid, opgenomen verwijzing naar ‘de datum waarop de depositaris de aanvullende kennisgeving meedeelt’; te vervangen door verwijzingen naar ‘30 dagen na de datum waarop de depositaris de laatste van de kennisgevingen heeft ontvangen, waarmee elk verdragsluitend rechtsgebied dat het in artikel 35 (Toepassing), zevende lid, omschreven voorbehoud heeft gemaakt hem ter kennis brengt dat het zijn interne procedures voor het van toepassing worden van de bepalingen van Deel VI (Arbitrage) op dat specifieke gedekte belastingverdrag voltooid heeft’.
- b.
Een Partij die een voorbehoud maakt conform onderdeel a, stelt de depositaris en het (de) andere verdragsluitende rechtsgebied(en) gelijktijdig in kennis van de bevestiging dat het zijn interne procedures voltooid heeft.
- c.
Indien een of meer verdragsluitende rechtsgebieden bij een gedekt belastingverdrag een voorbehoud maken op grond van dit lid, wordt de datum van toepassing van de bepalingen van het Verdrag, van de intrekking of de vervanging van een voorbehoud, van een aanvullende kennisgeving met betrekking tot dat gedekte belastingverdrag, of van Deel VI (Arbitrage), geregeld door dit lid voor alle verdragsluitende rechtsgebieden bij het gedekte belastingverdrag.