RvdW 2013/1361
Faillissementsrecht. Beëindiging bedrijfsruimtehuur op voet art. 39 Fw; inroepbaarheid beding tot schadevergoeding jegens huurder en derde die zich garant heeft gesteld?; nadere uitleg HR 14 januari 2011, NJ 2011/114 (Aukema q.q./Uni-Invest).
HR 15-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1244 (Nieuwburen/Romania,Romania Beheer)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 november 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, M.A. Loth, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
12/01669
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Roepnaam
Nieuwburen/Romania
Romania Beheer
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1244, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:113, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑03‑2012
- Wetingang
Art. 39 Fw
Essentie
Faillissementsrecht. Beëindiging bedrijfsruimtehuur op voet art. 39 Fw; inroepbaarheid beding tot schadevergoeding jegens huurder en derde die zich garant heeft gesteld?; nadere uitleg HR 14 januari 2011, NJ 2011/114 (Aukema q.q./Uni-Invest).
In HR 14 januari 2011, NJ 2011/114, m.nt. P. van Schilfgaarde (Aukema q.q./Uni-Invest) is beslist dat een opzegging op de voet van art. 39 Fw een regelmatige wijze van beëindiging van de huurovereenkomst is die jegens de faillissementsboedel geen recht doet ontstaan op schadevergoeding wegens gemis van de huur die verschuldigd zou zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.