HR, 21-10-2011, nr. 10/00407

Documentgegevens:

HR 21-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8777

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 21 oktober 2011
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion en G. Snijders
Zaaknummer: 10/00407
Conclusie: A-G mr. L. Strikwerda
LJN: BQ8777
Vakgebied(en): Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2011:BQ8777, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ8777, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑02‑2010
Wetingang: Awb art. 5:25; Woonwagenwet (oud) art. 61; BW art. 6:97

Essentie

Rv art. 358 lid 2, art. 426 lid 1, art. 1020 lid 5, art. 1027 lid 3 en 4 en art. 1070

Partij(en)

adv. mr. A.B. Baumgarten,

tegen

adv. mr. P. Garretsen

Uitspraak

Feiten en procesverloop

In 2005 heeft de voorzieningenrechter aan de hypotheekhouder op de toenmalige woning van A verlof verleend om die woning onderhands te verkopen aan de moeder van B. Deze verkoop heeft plaatsgevonden. Thans is de woning eigendom van B. A heeft de woning ontruimd. A en B zijn beiden lid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.