RvdW 2016/1046
Uitdrukkelijk gemachtigd advocaat als bedoeld in art. 279 Sv.
HR 04-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2243
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/04397
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2243, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:948, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑04‑2016
- Wetingang
Art. 279 Sv; art. 6 lid 1, 3 aanhef en onder c EVRM
Essentie
Art. 279 Sv stelt geen verdergaande eisen dan dat een advocaat die een ter terechtzitting niet verschenen verdachte wenst te verdedigen, dient te verklaren daartoe uitdrukkelijk gemachtigd te zijn. Met deze regeling verdraagt zich niet dat de rechter een onderzoek instelt naar de vraag of de advocaat deze verklaring naar waarheid heeft afgelegd. Gelet hierop en mede gezien het belang dat art. 279 Sv beoogt te waarborgen, te weten dat een niet verschenen verdachte zich toch kan laten verdedigen door een advocaat, is het oordeel van het hof dat hetgeen door de raadsman dienaangaande is aangevoerd aldus moet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.