NJB 2023/2260:Beklag in de zin van art. 552a Sv tegen het het voornemen van de rechter-commissaris om over te gaan tot het verstrekken van de door de raadsman van de klager opgestelde lijst met namen van geheimhouders aan de officier van justitie. De Hoge Raad wijdt algemene beschouwing aan de vraag welke procedure moet worden gevolgd in het bijzondere geval dat (i) de beslagene ten behoeve van de selectie van de stukken of gegevens die volgens hem onder het verschoningsrecht van geheimhouders vallen, een lijst met geheimhouders heeft verstrekt aan de rechter-commissaris, (ii) de zaaksofficier van justitie gemotiveerd verzoekt om kennisneming van (de vermelding van één of meer namen op) deze lijst en (iii) de beslagene tijdig, binnen een eventueel door de rechter-commissaris gestelde termijn, zich er gemotiveerd tegen verzet dat de officier van justitie een afschrift ontvangt van deze als zodanig niet in beslag genomen lijst dan wel anderszins kennisneemt van de namen/gegevens van de op deze lijst vermelde geheimhouders, op de grond dat daardoor stukken en/of gegevens die onder het verschoningsrecht vallen, bekend worden aan één of meer met opsporing en/of vervolging belaste functionarissen en op een andere wijze (kunnen) worden gebruikt dan ten behoeve van de hiervoor genoemde selectie.