NJB 2017/984
Schadevergoeding als bedoeld in art. 51f lid 1 Sv: voor toewijzing daarvan komt alleen die schade in aanmerking die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit. De kosten van rechtsbijstand zijn niet als zodanige rechtstreekse schade aan te merken. Indien een benadeelde partij dergelijke proceskosten als onderdeel van de schade in de zin van art. 51f Sv vordert, dient zij in zoverre in die vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard. Dit brengt mee dat dergelijke kosten ook niet in aanmerking kunnen worden genomen bij de oplegging van de schadevergoedingsmateregel in de zin van art. 36f lid 1 Sr. Kostenvergoeding benadeelde partij, art. 592a Sv: de door een benadeelde partij gemaakte kosten voor rechtsbijstand zijn – anders dan door de benadeelde partij gevorderde vermogensschade als bedoeld in art. 51f Sv en art. 6:96 BW – te rekenen tot de proceskosten in de zin van art. 592a Sv. Een redelijke uitleg van art. 592a Sv brengt mee dat bij de begroting van de daar bedoelde kosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures. Bij dat uitgangspunt plaatst de Hoge Raad wel enkele kanttekeningen
HR 11-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:653
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/02955
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:653, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1100, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Schadevergoeding als bedoeld in art. 51f lid 1 Sv: voor toewijzing daarvan komt alleen die schade in aanmerking die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit. De kosten van rechtsbijstand zijn niet als zodanige rechtstreekse schade aan te merken. Indien een benadeelde partij dergelijke proceskosten als onderdeel van de schade in de zin van art. 51f Sv vordert, dient zij in zoverre in die vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard. Dit brengt mee dat dergelijke kosten ook niet in aanmerking kunnen worden genomen bij de oplegging van de schadevergoedingsmateregel in de zin van art. 36f lid 1 Sr. Kostenvergoeding benadeelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.