Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties
Artikel 2:28 (toezending stukken)
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 333 (uitgifte: 19-07-2012, kamerstukken: 32885)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-08-2012, Stb. 2012, 373 (uitgifte: 23-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Onze Minister zendt de rechterlijke uitspraak, vergezeld van een ingevuld certificaat, rechtstreeks aan de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat. Het certificaat is opgesteld overeenkomstig het bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde model.
2.
Het certificaat is gesteld in de officiële taal of een van de officiële talen van de uitvoerende lidstaat dan wel, indien die staat zulks heeft medegedeeld in een bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie neergelegde verklaring, in een van de in die verklaring genoemde talen.
3.
Indien niet bekend is welke autoriteit in de uitvoerende lidstaat bevoegd is tot erkenning, verzoekt Onze Minister hieromtrent om inlichtingen.
4.
De rechterlijke uitspraak en het certificaat worden niet aan twee of meer lidstaten tegelijkertijd toegezonden.
5.
De toezending kan plaatsvinden per gewone post, telefax of elektronische post, mits de echtheid van de toegezonden documenten door de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat kan worden vastgesteld.
6.
Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat stuurt Onze Minister deze een gewaarmerkt afschrift van de rechterlijke uitspraak dan wel het origineel van het certificaat toe.
7.
Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat draagt Onze Minister zorg voor een vertaling van de rechterlijke uitspraak of de belangrijkste onderdelen ervan in een van de officiële talen van de Europese Unie. Met het oog op dit verzoek overlegt Onze Minister met de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat.
8.
Indien de veroordeelde zich in Nederland bevindt, stelt Onze Minister hem door middel van het formulier, dat is opgesteld overeenkomstig het bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde model, in een taal die de veroordeelde begrijpt op de hoogte van de beslissing om het certificaat en de rechterlijke uitspraak toe te zenden aan de uitvoerende lidstaat. Indien de veroordeelde zich in de uitvoerende lidstaat bevindt, zendt Onze Minister het formulier aan de bevoegde autoriteit van die staat.