Derde tranche Algemene wet bestuursrecht
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2000
- Bronpublicatie:
29-06-2000, Stb. 2000, 286 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26873)
- Inwerkingtreding
01-09-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2000, Stb. 2000, 286 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26873)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, ter nadere uitwerking van artikel 107, tweede lid, van de Grondwet, gewenst is de Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met bepalingen inzake mandaat en delegatie, inzake toezicht op bestuursorganen, inzake subsidies, inzake beleidsregels en inzake handhaving;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: