Hof Amsterdam, 26-10-2022, nr. 23-002805-20
ECLI:NL:GHAMS:2022:3781
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
26-10-2022
- Zaaknummer
23-002805-20
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Jeugdstrafrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2022:3781, Uitspraak, Hof Amsterdam, 26‑10‑2022; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:261
Uitspraak 26‑10‑2022
Inhoudsindicatie
Beperkt hoger beroep. Bewezenverklaring mensenhandel, ontucht met minderjarige en bezit kinderporno. Jeugdstrafrecht toegepast. Veroordeeld tot een jeugddetentie van 10 maanden w.v. 7 maanden voorwaardelijk. Vordering benadeelde partij deels toegewezen.
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002805-20
datum uitspraak: 26 oktober 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 december 2020 in de strafzaak onder parketnummer 13-097978-20 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2001,
adres: [adres 1].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 april 2022 en 12 oktober 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman en de advocaat van de benadeelde partij naar voren hebben gebracht.
Omvang van het hoger beroep
De rechtbank heeft de verdachte bij voormeld vonnis veroordeeld voor hetgeen onder 4 ten laste is gelegd. Tegen dit vonnis is door het openbaar ministerie beperkt hoger beroep ingesteld. Het hoger beroep is blijkens de akte instellen rechtsmiddel van 9 december 2020 namelijk enkel gericht tegen de vrijspraken van de feiten 1, 2, en 3.
Verzoek
De raadsman heeft verzocht het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 oktober 2022 in de zaak van de medeverdachte [medeverdachte 1] te voegen in dossier van de verdachte, gelet op de verklaring die de medeverdachte [medeverdachte 1] in diens eigen strafzaak als verdachte tijdens de genoemde terechtzitting heeft afgelegd. De advocaat-generaal heeft zich daartegen niet verzet. Het hof wijst dit verzoek toe.
Tenlastelegging
Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte - voor zover in hoger beroep aan de orde - tenlastegelegd dat:
1. primairhij in of omstreeks de periode van 15 augustus 2019 tot en met 31 december 2019 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [benadeelde] (geboren op [geboortedag 2] 2004), (telkens)
(sub 2)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele
uitbuiting van die [benadeelde], terwijl die [benadeelde] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [benadeelde] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen, terwijl die [benadeelde] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, en/of
(sub 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die/een ander of anderen, te weten die [benadeelde], met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl die [benadeelde] de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt,
immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- -
tegen die [benadeelde] gezegd dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), het gezicht opensnijdt van meisjes die niet doen wat hij zegt, zodat iedereen kan zien dat zij een hoer zijn, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- -
(vervolgens) (een) mes(sen) getoond aan die [benadeelde] en/of (vervolgens) gezegd dat zij, die [benadeelde], bang voor hem, verdachte en/of zijn mededader(s), moest zijn, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- -
(meermalen) die [benadeelde] gezegd dat zij ook dingen ging doen met de vrienden van verdachte en/of zijn mededader(s), althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- -
(meermalen) die [benadeelde] (in een auto) met verdachte en/of zijn mededader(s) seksuele handelingen laten verrichten en/of
- -
met verschillende personen, althans een persoon, een seksafspraak (tegen betaling) gemaakt met die [benadeelde] en/of
- -
met voornoemde perso(o)n(en) met de auto naar een woning gereden en/of
- -
die [benadeelde] met de auto naar vervoerd naar voornoemde woning, alwaar voornoemde
seksafspraak heeft plaatsgevonden;
1. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 15 augustus 2019 tot en met 31 december 2019 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen althans eenmaal (telkens), het plegen van ontucht door een minderjarige wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, te weten [benadeelde] (geboren op [geboortedag 2] 2004) met een derde opzettelijk heeft teweeggebracht en/of bevorderd, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- -
tegen die [benadeelde] gezegd dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), het gezicht opensnijdt van meisjes die niet doen wat hij zegt, zodat iedereen kan zien dat zij een hoer zijn, althans woorden van gelijke aard en/of strekkingen/of
- -
(vervolgens) (een) mes(sen) getoond aan die [benadeelde] en/of (vervolgens) gezegd dat zij, die [benadeelde], bang voor hem, verdachte en/of zijn mededader(s), moest zijn, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- -
(meermalen) die [benadeelde] gezegd dat zij ook dingen ging doen met de vrienden van verdachte en/of zijn mededader(s), althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- -
(meermalen) die [benadeelde] (in een auto) met verdachte en/of zijn mededader(s) seksuele handelingen laten verrichten en/of
- -
met verschillende personen, althans een persoon, een seksafspraak (tegen betaling) gemaakt met die [benadeelde] en/of
- -
met voornoemde perso(o)n(en) met de auto naar een woning gereden en/of
- -
die [benadeelde] met de auto naar vervoerd naar voornoemde woning, alwaar voornoemde seksafspraak heeft plaatsgevonden alwaar [benadeelde] seksuele handelingen met één of meer personen moest verrichtten.
2.hij in of omstreeks de periode van 15 augustus 2019 tot en met 31 december 2019 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met [benadeelde], geboren op [geboortedag 2] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], te weten het zich door die [benadeelde] laten pijpen;
3.hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 augustus 2019 tot en met 16 juni 2020 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal telkens 5 afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten foto bestanden, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld; vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen- zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het (meermalen) met de/een penis hand oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.
De betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster
Met de rechtbank acht het hof de verklaringen van de aangeefster voldoende betrouwbaar om voor het bewijs te gebruiken. Zij heeft in het informatieve gesprek, in haar aangifte en tijdens het verhoor bij de
rechter-commissaris gedetailleerd en op hoofdlijnen eensluidend verklaard over de gebeurtenissen die haar zijn overkomen, vanaf het moment dat zij de verdachte heeft leren kennen tot en met de door haar beschreven voorvallen in de woning in de [adres 2]. Daarbij houdt het hof er rekening mee dat uit de aangeefsters verklaringen niet steeds gemakkelijk te volgen is in welke chronologie en op welke data de door haar benoemde en aan de verdachte en de medeverdachten tenlastegelegde gedragingen tegen haar zijn begaan. Dit maakt de verklaringen in hun geheel echter niet dusdanig onbetrouwbaar dat ze niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd, te minder omdat uit andere bewijsmiddelen – bijvoorbeeld met betrekking tot de datum van de beweerde gebeurtenissen in de woning in de [adres 2] – meer concrete data en/of tijdstippen kunnen worden geput. Ten aanzien van die datum is er door de verdediging op gewezen dat de aangeefster in het informatieve gesprek heeft verklaard dat deze gebeurtenis heeft plaatsgevonden op 5 januari 2020, terwijl zij in haar aangifte heeft verklaard dat “de seks in dat huis” in de tweede helft van de maand december 2019 heeft plaatsgevonden. Het hof gaat uit van de juistheid van de aangifte in dit opzicht, omdat die verklaring van de aangeefster, inhoudende dat de gebeurtenis in de woning in de Roland Holstaan heeft plaatsgevonden medio december 2019, wordt ondersteund door een [social media]-conversatie tussen de aangeefster en een [social media]-account dat door de politie wordt toegeschreven aan de medeverdachte [medeverdachte 1]. Die conversatie zou – mede gelet op de vermelding van die datum op een geprinte (screenshot)versie van de conversatie –zijn gevoerd op 16 december 2019, en zien op diezelfde dag of de dag ervoor.
De verklaring ter terechtzitting in hoger beroep van de medeverdachte [medeverdachte 1], inhoudende dat er meerdere mensen gebruik maken van zijn [social media]-account en dat hij de [social media]-conversatie niet heeft gevoerd, acht het hof in dit verband ongeloofwaardig. Niet alleen is dit pas in hoger beroep aangevoerd. In de conversatie worden ook de bijnamen van de verdachte en van de medeverdachte [medeverdachte 2] ([bijnaam]) genoemd, terwijl de medeverdachte [medeverdachte 1] met hen goed bevriend was en die bijnamen daarom moet hebben gekend. Bovendien slaat de inhoud van de conversatie duidelijk op de gebeurtenis in de [adres 2] in welke woning de medeverdachte [medeverdachte 1] ook aanwezig was en waarover hij dus goed kan meepraten, zoals ook wordt gedaan in de conversatie.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 primair sub 5
Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat er naar aanleiding van de gebeurtenis in de woning in de [adres 2] geld is betaald voor seksuele handelingen door of met de aangeefster. Dit doet er naar het oordeel van het hof niet aan af dat uit de bewijsmiddelen wel volgt dat de verdachte steeds het oogmerk had de aangeefster ertoe te brengen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling. Uit die bewijsmiddelen blijkt immers dat de verdachte er al langer mee bezig was de aangeefster klaar te stomen voor de prostitutie en dat hij de gebeurtenis in de [adres 2] beschouwde als een onderdeel daarvan. Uit de aangifte blijkt in dat verband ook dat de verdachte na de gebeurtenis aan de aangeefster vroeg ‘hoe ze erover dacht’ en hij ‘wilde kijken of het werkte’. Het hof begrijpt dit zo dat de verdachte wilde testen of de aangeefster in staat zou zijn op grotere schaal seksuele handelingen met verschillende mannen te verrichten met het (uiteindelijke) oog op de betaling voor seksuele handelingen.
Partiële vrijspraak sub 8
Met de raadsman en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte daadwerkelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van de aangeefster met (een) derde(n), zodat de verdachte van dit onderdeel wordt vrijgesproken.
Vrijspraak onderdeel ‘medeplegen’ ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde
Het hof is van oordeel dat niet is gebleken van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking van de verdachte met de medeverdachten [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten, zodat de verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde onderdeel ‘tezamen en in vereniging met anderen of een ander’.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode van 15 augustus 2019 tot en met 31 december 2019 te Uithoorn een ander, te weten [benadeelde] (geboren op [geboortedag 2] 2004),
(sub 2)
heeft geworven en overgebracht, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [benadeelde], terwijl die [benadeelde] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
en
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met
(een) derde(n) tegen betaling, terwijl die [benadeelde] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
immers heeft hij, verdachte,
- -
die [benadeelde] gezegd dat zij ook dingen ging doen met de vrienden van verdachte en
- -
met verschillende personen een seksafspraak gemaakt met die [benadeelde] en
- -
die [benadeelde] met de auto vervoerd naar voornoemde woning, alwaar voornoemde
seksafspraak heeft plaatsgevonden.
2.hij in de periode van 15 augustus 2019 tot en met 31 december 2019 in Nederland, met [benadeelde], geboren op [geboortedag 2] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], te weten het zich door die [benadeelde] laten pijpen;
3.hij in de periode van 15 augustus 2019 tot en met 16 juni 2020, in Nederland, afbeeldingen, te weten een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten foto bestanden, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
Hetgeen onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 primair, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid onder 2° en 5° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 primair, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straf
De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 4 bewezenverklaarde veroordeeld tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 4 maanden.
Bepaling van de straf en maatregel op de voet van artikel 423, vierde lid, Sv
Nu het hoger beroep is gericht tegen het tenlastegelegde – waarvan het door de rechtbank onder 4 bewezenverklaarde geen deel uitmaakt - zal het hof overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid van artikel 423 van het Wetboek van Strafvordering eerst de straf bepalen ten aanzien van het in eerste aanleg onder feit 4 bewezenverklaarde misdrijf, te weten op een jeugddetentie voor de duur van 4 (vier) maanden.
Oplegging van straf
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde, onder toepassing van het jeugdstrafrecht, zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 12 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest.
De verdediging heeft bepleit dat het jeugdstrafrecht dient te worden toegepast en dat de vordering van de advocaat-generaal opmerkelijk hoog is, gelet op de andersluidende vordering van de officier van justitie bij de rechtbank en gelet op het feit dat de verdachte zijn leven anders heeft ingericht en hij niet meer met justitie in aanraking is gekomen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Ernst van de bewezenverklaarde feiten
De verdachte heeft zich in een periode van vier maanden schuldig gemaakt aan verschillende vormen van mensenhandel ten aanzien van het destijds minderjarige slachtoffer. De verdachte en het slachtoffer hebben elkaar leren kennen, waarna het slachtoffer verliefd is geworden op de verdachte. Al snel sloeg de sfeer om en heeft de verdachte getracht haar in de prostitutie te brengen.. De verdachte heeft zelf ook seksuele handelingen met haar gepleegd, en zich daarmee schuldig gemaakt aan ontucht met iemand die de leeftijd van zestien niet heeft bereikt. Ten slotte heeft hij zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal van het slachtoffer.
Het handelen van de verdachte getuigt van een groot gebrek aan respect voor het slachtoffer. Van de bewezenverklaarde feiten is algemeen bekend dat de slachtoffers gedurende lange tijd daarna de psychische nadelige gevolgen kunnen ondervinden van wat hen is overkomen. De verdachte heeft bij de seksuele uitbuiting van het slachtoffer uitsluitend oog gehad voor zijn zucht naar eigen financieel gewin en op geen enkele wijze rekening gehouden met de belangen en het welzijn van het minderjarige slachtoffer. Mensenhandel waarbij een minderjarige wordt ingezet als prostituee is een ontluisterende en mensonterende vorm van uitbuiting. Het geeft zeer te denken dat de nog jonge verdachte zich met dit soort feiten inlaat.
Toepassing van het jeugdstrafrecht
De verdachte was in de eerste weken van de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde periode minderjarig. Bij berechting van één feitencomplex deel uitmakende feiten, deels vóór en deels ná het bereiken van de leeftijd van achttien begaan, zal de rechter een keuze moeten maken voor het door hem toe te passen sanctiestelsel. De rechtbank heeft, conform het advies in de over de verdachte opgemaakte psychologische rapportage opgesteld door psycholoog [psycholoog] van 24 augustus 2020 en de reclasseringsadviezen van 2 september 2020 en 3 november 2020, in de persoonlijkheid en ontwikkeling van de verdachte aanleiding gezien om het jeugdstrafrecht toe te passen. Het hof heeft ten aanzien van het in eerste aanleg onder feit 4 bewezenverklaarde de straf bepaald op vier maanden jeugddetentie. Dit alles in aanmerking nemende zal het hof het jeugdstrafrecht toepassen.
Het hof acht, alles afwegende, voor het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde een jeugddetentie van 10 maanden passend en geboden. De ernst van de begane misdrijven geven hiertoe aanleiding. Het hof ziet reden een gedeelte van 7 maanden daarvan in voorwaardelijke vorm op te leggen, als stok achter de deur, zoals door de advocaat-generaal gevorderd. Het hof ziet in de door de verdediging aangevoerde persoonlijke omstandigheden geen gronden om de duur van de jeugddetentie verder te beperken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 10.000,00, bestaande uit immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdediging heeft de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bepleit, gelet op de bepleite vrijspraak.
De advocaat-generaal heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Oordeel van het hof
Het hof is, met het oog op de aard en de ernst van de normschending, alsmede de psychische gevolgen daarvan voor de benadeelde partij, die zijn onderbouwd met medische of gedragskundige stukken, van oordeel dat zij op grond van art. 6:106, lid 1 sub b, van het Burgerlijk Wetboek, recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding van de geleden immateriële schade.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De immateriële schade zal door het hof naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid worden geschat op een bedrag van € 5.000,00. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 10 (tien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot 7 (zeven) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt de straf voor het door de rechtbank onder 4 bewezenverklaarde op:
jeugddetentie voor de duur van 4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van € 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[benadeelde], ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen
van € 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 60 (zestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 31 december 2019.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. C.J. van der Wilt en mr. F.A. Hartsuiker, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 oktober 2022.
mr. C.J. van der Wilt is buiten stat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]