NJB 2022/108
Het ‘aanwezig hebben’ van verdovende middelen, art. 2, aanhef en onder C, en art. 3, aanhef en onder C, Opiumwet: de Hoge Raad gaat in op de hieraan getelde eisen. Het ‘voorhanden hebben’ in art. 10a lid 1, aanhef en onder 3°, Opiumwet: de Hoge Raad gaat in op de hieraan getelde eisen. In casu kon het hof oordelen dat de verdachte de in de grond aangetroffen verdovende middelen opzettelijk aanwezig heeft gehad en dat hij de in de grond aangetroffen grote hoeveelheid stempels ten behoeve van een tabletteermachine voorhanden heeft gehad. Daarin ligt besloten dat de verdachte feitelijke macht kon uitoefenen over die verdovende middelen en die stempels en dat de verdachte opzet had op de aanwezigheid van die goederen.
HR 21-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1945
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien,M.J. Borgers, M. Kuijer en C. Caminada
- Zaaknummer
19/05058
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1945, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:786, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Het ‘aanwezig hebben’ van verdovende middelen, art. 2, aanhef en onder C, en art. 3, aanhef en onder C, Opiumwet: de Hoge Raad gaat in op de hieraan getelde eisen. Het ‘voorhanden hebben’ in art. 10a lid 1, aanhef en onder 3°, Opiumwet: de Hoge Raad gaat in op de hieraan getelde eisen. In casu kon het hof oordelen dat de verdachte de in de grond aangetroffen verdovende middelen opzettelijk aanwezig heeft gehad en dat hij de in de grond aangetroffen grote hoeveelheid stempels ten behoeve van een tabletteermachine voorhanden heeft gehad. Daarin ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.