Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2500/2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2005
- Bronpublicatie:
21-11-2005, PbEU 2005, L 344 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: 2112/2005)
- Inwerkingtreding
28-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2005, PbEU 2005, L 344 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: 2112/2005)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Verordening van de Raad van 17 december 2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije en tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3906/89, (EG) nr. 1267/1999, (EG) nr. 1268/1999 en (EG) nr. 555/2000
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 308,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Overwegende hetgeen volgt
- (1)
De door landen die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie te vervullen voorwaarden werden vastgesteld door de Europese Raad van Kopenhagen van juni 1993.
- (2)
In de conclusies van de Europese Raad van Helsinki van december 1999 werd de verklaring opgenomen dat Turkije een kandidaat-lidstaat is, voorbestemd om tot de Unie toe te treden op basis van dezelfde criteria als die welke voor de andere kandidaat-lidstaten gelden, en dat, voortbouwend op de bestaande Europese strategie, Turkije zoals de andere kandidaat-lidstaten voordeel zal hebben bij een pretoetredingsstrategie om zijn hervormingen te stimuleren en te ondersteunen.
- (3)
De Europese Raad van Nice van december 2000 heeft zijn waardering geuit voor de vorderingen welke waren gemaakt bij de uitvoering van de pretoetredingsstrategie voor Turkije.
- (4)
Aangezien Turkije nog niet voldoet aan de politieke criteria van Kopenhagen, heeft de Gemeenschap het land ertoe opgeroepen de democratische praktijken en eerbied voor de mensenrechten te intensiveren en te bevorderen, alsook de burgermaatschappij nauwer bij dat proces te betrekken.
- (5)
Hoeksteen van de pretoetredingsstrategie is het partnerschap voor toetreding, voor het opstellen waarvan werd uitgegaan van de conclusies van voorafgaande Europese Raden en dat prioriteiten bevat waarop de toetredingsvoorbereidingen zich moeten richten in het licht van de politieke en economische criteria en de op de lidstaten rustende verplichtingen.
- (6)
De juridische grondslag voor het voor Turkije opzetten van het partnerschap voor toetreding en van het algemeen kader voor het coördineren van alle financieringsbronnen voor de pretoetredingssteun is te vinden in Verordening (EG) nr. 390/2001 van de Raad van 26 februari 2001 betreffende hulp aan Turkije in het kader van de pretoetredingsstrategie, inzonderheid de invoering van een partnerschap voor toetreding (3).
- (7)
De principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met Turkije zijn opgenomen in Besluit 2001/235/EG(4). Zoals voor de andere kandidaat-lidstaten, zal de steun van de Europese Unie voor Turkije zich toespitsen op de uit het partnerschap voor toetreding voortvloeiende prioriteiten.
- (8)
De communautaire steun wordt hoofdzakelijk verstrekt via maatregelen inzake institutionele opbouw en investeringen gericht op de overname van het communautair acquis.
- (9)
De Gemeenschap zal speciale acties opzetten ter bevordering van de burgermaatschappij in Turkije.
- (10)
Er worden eveneens speciale acties opgezet met betrekking tot grensoverschrijdende samenwerking, met name aan beide zijden van de grenzen tussen Turkije en de Europese Unie, tussen Turkije en de andere kandidaat-lidstaten en tussen Turkije en de andere landen in de regio.
- (11)
De Commissie zorgt voor de coördinatie van de pretoetredingssteun met de bilaterale acties van de lidstaten, de EIB-financieringen, de andere financiële grensoverschrijdende samenwerkingsinstrumenten (Phare, MEDA, Tacis, Cards, Interreg) en de andere internationale financiële instellingen.
- (12)
De Gemeenschap cofinanciert de Turkse deelname aan communautaire programma's en agentschappen.
- (13)
Voorwaarde voor de communautaire steun is dat de verbintenissen worden nagekomen die zijn vervat in de overeenkomsten tussen de EG en Turkije en dat wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 390/2001, Besluit 2001/235/EG en deze verordening.
- (14)
De Commissie legt de steunmaatregelen ten uitvoer overeenkomstig het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5).
- (15)
De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (6).
- (16)
Deelname aan aanbestedingen staat, afgezien van de natuurlijke personen en rechtspersonen van de lidstaten en Turkije, open voor natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere kandidaat-lidstaten en van de landen welke in aanmerking komen voor de financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-mediterrane partnerschap (MEDA) (7), en de steun aan Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (CARDS) (8). Die deelname dient ook open te staan voorzover specifieke soorten deskundigheid vereist zijn voor natuurlijke personen en rechtspersonen van de landen van Oost-Europa en Centraal-Azië in het kader van de bijstand aan de partnerstaten in Oost-Europa en Centraal-Azië (9). Met het oog op symmetrie dienen overeenkomstige bepalingen te worden opgenomen in de voor de andere kandidaat-lidstaten opgezette steunprogramma's.
- (17)
Het beheer van de pretoetredingssteun dient, met inachtneming van de capaciteit inzake beheer en financiële controle waarover Turkije beschikt, geleidelijk naar dit land te worden gedecentraliseerd met dien verstande dat een ex-post controle op de steun wordt uitgevoerd en de Turkse autoriteiten zich ertoe verbinden dezelfde controles uit te voeren en dezelfde garanties te bieden als die neergelegd in de desbetreffende Gemeenschapsvoorschriften.
- (18)
Er dient jaarlijks een verslag over de uitvoering van het steunprogramma te worden opgesteld.
- (19)
In de financiële vooruitzichten 2000–2006 werd de financiële pretoetredingssteun voor alle kandidaat-lidstaten in het licht van de Europese Raad van Helsinki verdubbeld. In het kader van de normale begrotingsprocedures dient ernaar te worden gestreefd deze verdubbeling voor de rest van de periode waarop de huidige financiële vooruitzichten betrekking hebben, eveneens voor Turkije toe te passen.
- (20)
Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van deze verordening in geen andere bevoegdheden dan die van artikel 308,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 240 E van 28.8.2001, blz. 115.
Advies uitgebracht op 25 oktober 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
PB L 58 van 28.2.2001, blz. 1.
PB L 85 van 24.3.2001, blz. 13.
PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 762/2001 (PB L 111 van 20.4.2001, blz. 1).
PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
Verordening(EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2698/2000 (PB L 311 van 12.12.2000, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2666/2000 (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 99/2000 (PB L 12 van 18.1.2000, blz. 1).