RAR 2024/52
Faillissement werkgever. Kwalificeren de vorderingen van FNV en één oud-schoonmaakster tegen Helpling als verifieerbare vorderingen?
HR 12-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:23
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 januari 2024
- Magistraten
Mrs. A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
21/05264
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS950104:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:23, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑01‑2024
ECLI:NL:HR:2023:887, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:139, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2022
- Wetingang
Essentie
Faillissement werkgever. Verificatie.
Kwalificeren de vorderingen van FNV en één oud-schoonmaakster tegen Helpling als verifieerbare vorderingen en kan de procedure ten aanzien van (enkele van) deze vorderingen worden voortgezet ondanks het faillissement van Helpling?
Samenvatting
Helpling exploiteerde een online platform waar schoonmakers en huishoudens afspraken kunnen maken over uit te voeren huishoudelijke werkzaamheden. Werknemer heeft via het platform van Helpling werkzaamheden bij huishoudens verricht. FNV is samen met werknemer een procedure gestart ten aanzien van de vraag of tussen Helpling en de schoonmakers sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW. Daarbij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.