Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:100c [Vergewisplicht verbonden agent t.a.v. beleggingsonderneming]
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2017
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
31-05-2017, Stb. 2017, 235 (uitgifte: 13-06-2017, kamerstukken: 34634)
- Inwerkingtreding
27-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2017, Stb. 2017, 276 (uitgifte: 26-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Indien een verbonden agent in het kader van de normale bedrijfsvoering signalen ontvangt dat een beleggingsonderneming voor wier rekening hij beleggingsdiensten verleent als bedoeld in onderdeel a, d, e of f van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1, in strijd handelt met een in hoofdstuk 2.2 geregeld verbod op het zonder daartoe verleende vergunning uitoefenen van een bedrijf of verlenen van een financiële dienst of dat aan de beleggingsonderneming een verbod als bedoeld in artikel 1:58, tweede lid, 1:104, derde lid, of 4:4, eerste lid, is opgelegd, verleent hij geen beleggingsdiensten meer voor rekening van de beleggingsonderneming, behoudens voorzover het beleggingsdiensten betreft ten aanzien waarvan het de beleggingsonderneming is toegestaan overeenkomsten af te wikkelen op grond van artikel 1:58, tweede lid, of artikel 4:4, tweede lid.