Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot regeling van de samenwerking in de Eemsmonding (Eems-Dollardverdrag)
Artikel 52
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 69 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de Regering van een der Verdragsluitende Partijen een geschil ter beslissing wenst voor te leggen aan het Scheidsgerecht, dient zij bij de voorzitter een summiere conclusie van eis in en doet tegelijkertijd de Regering van de andere Verdragsluitende Partij een duplicaat van deze conclusie van eis toekomen.
2.
Indien de Regeringen van beide Verdragsluitende Partijen een geschil in de zin van artikel 50 in wederzijdse overeenstemming ter beslissing wensen voor te leggen aan het Scheidsgerecht, dienen zij bij de voorzitter een compromis in, waarin zij het onderwerp van het geschil hebben vastgelegd.
3.
De voorzitter bespreekt daarna eerst het geschil met beide Regeringen teneinde overeenstemming tot stand te brengen. Indien hij zijn bemoeiingen als mislukt beschouwt, deelt hij dit aan beide Regeringen mede.
4.
Nadat de assessoren zijn benoemd of aangewezen, dient de Regering die een geschil overeenkomstig lid 1 ter beslissing aan het Scheidsgerecht heeft voorgelegd, onverwijld een definitieve conclusie van eis bij de voorzitter in.
5.
Het Scheidsgerecht kan door het voorgelegde geschil nogmaals met beide Regeringen te bespreken, trachten een minnelijke schikking te bewerkstelligen.