Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/11/EU alternatieve beslechting consumentengeschillen en wijziging Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)
Artikel 4 Definities
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2013
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2014, L 348).
- Bronpublicatie:
21-05-2013, PbEU 2013, L 165 (uitgifte: 18-06-2013, regelingnummer: 2013/11/EU)
- Inwerkingtreding
08-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2013, PbEU 2013, L 165 (uitgifte: 18-06-2013, regelingnummer: 2013/11/EU)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
1.
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘consument’: iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen;
- b)
‘ondernemer’: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, ongeacht of deze privaat of publiek is, die handelt, mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt, voor doeleinden met betrekking tot zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;
- c)
‘verkoopovereenkomst’: iedere overeenkomst waarbij de ondernemer de eigendom van goederen aan de consument overdraagt of zich ertoe verbindt deze over te dragen en de consument de prijs daarvan betaalt of zich ertoe verbindt de prijs daarvan te betalen, met inbegrip van elke overeenkomst die zowel goederen als diensten betreft;
- d)
‘dienstenovereenkomst’: iedere andere overeenkomst dan een verkoopovereenkomst waarbij de ondernemer aan de consument een dienst levert of zich ertoe verbindt een dienst te leveren en de consument de prijs daarvan betaalt of zich ertoe verbindt de prijs daarvan te betalen;
- e)
‘binnenlands geschil’: een contractueel geschil dat voortvloeit uit een verkoop- of dienstenovereenkomst, wanneer de consument, op het tijdstip waarop hij de goederen of diensten bestelt, woonachtig is in dezelfde lidstaat als die waar de ondernemer is gevestigd;
- f)
‘grensoverschrijdend geschil’: een contractueel geschil dat voortvloeit uit een verkoop- of dienstenovereenkomst, wanneer de consument, op het tijdstip waarop hij de goederen of diensten bestelt, woonachtig is in een andere lidstaat dan die waar de ondernemer is gevestigd;
- g)
‘ADR-procedure’: een procedure als bedoeld in artikel 2 die voldoet aan de vereisten van deze richtlijn en door een ADR-entiteit wordt uitgevoerd;
- h)
‘ADR-entiteit’: een entiteit, ongeacht de benaming, die op duurzame basis is opgericht en de beslechting van een geschil door middel van een ADR-procedure aanbiedt en die is opgenomen in de lijst volgens artikel 20, lid 2;
- i)
‘bevoegde autoriteit’: elke overheidsinstantie die door een lidstaat voor de toepassing van deze richtlijn is aangewezen en die op nationaal, regionaal of lokaal niveau is opgericht.
2.
Een ondernemer is gevestigd:
- —
waar hij de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, indien de ondernemer een natuurlijke persoon is,
- —
waar de statutaire zetel, het hoofdbestuur of de zetel van de bedrijfsuitoefening is gevestigd, met inbegrip van een filiaal, agentschap of enige andere vestiging, indien de ondernemer een vennootschap of andere rechtspersoon of een vereniging van natuurlijke of rechtspersonen is.
3.
Een ADR-entiteit is gevestigd:
- —
indien de werking ervan wordt verzekerd door een natuurlijke persoon, op de plaats waar de entiteit de ADR-activiteiten verricht,
- —
indien de werking ervan wordt verzekerd door een rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen, op de plaats waar die rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen de ADR-activiteiten verricht of zijn statutaire zetel heeft,
- —
indien de werking ervan wordt verzekerd door een overheidsinstantie of ander publiekrechtelijk lichaam, op de plaats waar die overheidsinstantie of dat ander publiekrechtelijk lichaam haar, respectievelijk zijn zetel heeft.