V-N 2018/40.4:Door onduidelijkheid aantal verblijfsdagen is Nederland (toch) heffingsbevoegd

V-N 2018/40.4

Door onduidelijkheid aantal verblijfsdagen is Nederland (toch) heffingsbevoegd

Documentgegevens:

Hof Arnhem-Leeuwarden 10-04-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3234, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum: 10 april 2018
Magistraten: Brummer, Boxem, Keulemans
Zaaknummer: 17/00787
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS929337:1
Vakgebied(en): Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Brondocumenten: ECLI:NL:GHARL:2018:3234, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 10‑04‑2018
Wetingang: art. 3.81 en 4.6 Wet IB 2001; art. 12a Wet LB 1964; art. 15 en 16 Verdrag Nederland-België 2001

Essentie

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet voldoet aan de op hem rustende bewijslast. X geeft namelijk niet aan op welke andere dagen hij in Nederland aanwezig is geweest en welke redenen hij voor deze aanwezigheid had.

Samenvatting

Belanghebbende, X, woont in België en heeft de Belgische nationaliteit. Via zijn vennootschap, A BvbA, verricht X werkzaamheden in Nederland voor B bv. De inspecteur reikt een IB-aangiftebiljet 2009 uit aan X. X doet aangifte van een inkomen van nihil. In België is hij in de Personenbelasting aangeslagen voor het loon dat hij van A BvbA heeft ontvangen. De inspecteur corrigeert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.